Een mooie traditie moet je in ere houden, dus ook in dit lustrumjaar hebben we de Kromme Rijn Games gewoon door laten gaan. Kersvers staat nog in ons geheugen de lustrumtocht en -barbecue van twee weken geleden. Vandaag staat aansluitend op de Games de ‘ceremoniële’ lustrumreceptie op ons te wachten. Toch hadden we op de Games een mooie opkomst van zo’n dertig enthousiastelingen.
De wedstrijden waren zoals gewoonlijk in twee delen, de C4-en om de snelheid en het ringsteken om de behendigheid, of liever nog om de hilariteit. Het programma werd ook dit jaar weer aangevuld met een geweldige lunch.
We zeggen wel dat de Games wedstrijden-met-een-knipoog zijn. Iedereen mag mee doen, ook de leden die net hun basiscursus hebben afgerond. Door een zo evenwichtig mogelijke bootindeling worden de kansen zo eerlijk mogelijk gemaakt. Maar lekker fanatiek roeien en de wil om de eerste te worden geven wel een wedstrijd-karakter. Je streed voor gelijke kansen ook dit jaar weer in twee races, eerst in de De Bas met Cécile aan het roer en dan in De Nes met Renate op stuur (of omgekeerd). Renate instrueerde alle teams met het oefenen van de wedstrijdstart – half half driekwart heel – en benadrukte dat het beheerst oprijden en het volgen van de slag bepalend zijn voor succes. En met alle goede begeleiding kan het nog gebeuren dat je in je enthousiasme een riem zo verkeerd weet te krijgen dat de dol openbreekt of dat je van je bankje schuift. Dan is de poedelprijs je deel.
Bij het ringsteken gaan de vier roeiers van elk team, nu zonder besturing door Renate of Cécile, in de wherry Rietveld, twee roeiers, één stuurman en één steker.
De regels zijn duidelijk, maar kennelijk voor sommige wat minder goed scorenden aan commentaar onderhevig. Uw secretaris en zijn team overkwam dat. Als je de ring wel van zijn bevestiging los krijgt, maar als die daarbij in het water valt in plaats van aan de stok komt, krijg je dan dezelfde 15 seconden straf als wanneer je de ring überhaupt niet raakt? De wedstrijdleiding was onverbiddelijk! De teleurstelling groot, maar de hartverwarmende reacties van het publiek, tevens je tegenstanders, maakten veel goed.
De lunch was ook dit jaar weer een topprestatie van Margreet en haar team. Deze keer zat er zelfs pain au raisin bij, een heerlijkheid waar ik mij net als in Frankrijk maar wat graag aan te buiten ga. Dit en de broodjes kregen gretig aftrek.
Intussen maakte de wedstrijdcommissie de balans op: de drie scores werden bij elkaar opgeteld en dat leidde tot het uitroepen van Adry, Arnold, Marike, Richard als winnaar. Hun namen komen op de wisselbeker.
Wat was het een bont gezelschap op de lustrumreceptie. Veel Krommers, waaronder uw scribent, hadden hun Krom-kloffie aangehouden, waarin ze ‘s morgens in de Kromme Rijn Games hadden gestreden, andere strijders hadden zich tussendoor in het net gestoken, de oud-leden waren van keurig tot uiterst chic en de wethouder had zich gehouden aan ons kledingadvies ‘informeel’. Bij binnenkomst was het voor sommigen even een gedoe om het QR-gecodeerde vaccinatiebewijs zichtbaar te maken, maar als het eenmaal gelukt was stond er meteen een feestelijke welkomst-prosecco of de alcoholvrije variant daarvan klaar.
De bar, de zitjes, de sta-tafels en het onderdak voor de muzikanten waren zo opgesteld dat het zowel een organisch als gezellig en intiem geheel vormde – met voldoende bewegingsruimte voor wisselende contacten, drankvoorziening en sanitaire eisen. De vlaggen, banieren en wimpels gaven extra accent aan de feestelijke aankleding.
Het weerzien van onze ereleden en oud-leden, zowel onderling als met de huidige leden was hartverwarmend. Het gaf weer eens aan wat voor unieke sociale club we zijn. Toen wethouder Arjan Noorthoek, met portefeuille Sport, gearriveerd was en ik hem geïntroduceerd had kon ik het welkomstwoord spreken en – zonder glas helaas – een toast uitbrengen op onze vereniging, onze leden en onze dierbare relaties.
De heer Noorthoek vroeg vervolgens het woord. Hij memoreerde dat hij voorafgaand aan onze receptie acte de présence had gegeven aan de suppers die wij al enige tijd kennen van hun promotieactiviteiten bij de steiger van Arie. Hij vertelde dat hij daar ook even op zo’n sup-board was gaan staan en wekte de indruk dat hij als wij hem daartoe uitgenodigd zouden hebben ook in de wherry zou zijn gestapt. De wethouder wees ons nog eens nadrukkelijk op het plaatselijke ‘Beweegteam’, het uitvoerend en ondersteunend apparaat van de gemeente dat de sportraad van dertig jaar geleden was opgevolgd. Als wethouder gaf hij ook aan een realist te zijn in politieke aangelegenheden door er op te wijzen dat er weliswaar een keuze gemaakt was voor een brug 200 meter oostwaarts van ons terrein, maar dat er volgend jaar weer verkiezingen zijn en dat je nooit weet of de wereld er dan misschien anders uit gaat zien. Evengoed suggereerde hij om zijn cadeautje – een waardecheque – te besteden aan een mooie koffiemachine, die goed zou passen in onze uit de zoutloods om te toveren koffiekamer. Bij het overhandigen van de waardecheque moest uiteraard een staatsiefoto gemaakt worden.
Na dit ceremoniële receptie-onderdeel hebben Martijn en ik de wethouder rondgeleid door onze loodsen, waarbij hij zeer geïnteresseerd onze verschillende soorten boten bewonderd heeft en heeft kunnen waarnemen dat wij dankbaar zijn voor de diverse sponsors, de ERU voorop. Dat hij de goede sfeer in onze club opgemerkt heeft liet hij duidelijk blijken door de hele receptie in ons midden te blijven.
Het behoeft geen betoog dat er na het ‘officiële’ deel van de receptie nog zo’n twee uur gefeest is, de foto’s die de lustrumcommissie gaat publiceren zullen daar wel van getuigen. Aan de feestvreugde heeft ongetwijfeld ook de muziek van het ensemble Klezbez uit Ommoord bijgedragen.
Ik was als klezmerliefhebber heel benieuwd naar dat ensemble. Helaas heb ik hen door ceremoniële taken maar weinig kunnen horen en nog minder beluisteren. Bij het inspelen hoorde ik flarden van het Israëlische Hava Nagila voorbij komen tegen het eind hoorde ik het tragikomische lied over Yoshke die het Russische leger in moet en van zijn geliefde hoort dat hij beter stevige laarzen voor zichzelf dan sieraden voor haar kan kopen. De zanger bracht het lied met het juiste relativerende drama. Graag had ik hun versie gehoord van de zigeunerliederen Amari szi amari en Djelem djelem. Dat klezmermuziek joodse bruiloftsdansmuziek is, werd aan het eind duidelijk toen een ‘bulgar’ enkele Krom-vrouwen, geheel volgens de traditie gescheiden van de mannen, op de dansvloer nodigde.
Een groepsfoto mag niet ontbreken, dat weet je pas als je vele jaren later met enige nostalgie op een feest terugkijkt. Het is best een gedoe om iedereen uit zijn gezelligheid los te rukken, maar het is ook nu weer gelukt. Van Ebart, die de foto gemaakt heeft, is helaas alleen maar een schaduw te zien. Maar zijn naam staat onder elke foto en zal niet vergeten worden!
Toen het onvermijdelijke opruimen aanbrak, hebben de laatste gasten nog even meegeholpen de wimpels weer tot keurige stapeltjes te vouwen, de vlaggen te strijken, de banieren weer in de loodsen te leggen en de botenwagens weer van buiten het terrein naar binnen te krijgen.
Lieve mensen van de lustrumcommissie, jullie hebben wederom een staaltje van jullie creativiteit, vindingrijkheid, en vooral van jullie enthousiasme laten zien. We hebben nog een prachtig evenement voor de boeg voor we het lustrum gaan afsluiten, de avondroeitocht op 8 (of 9) oktober. Wie al eens met de ‘lichtjestocht in Amsterdam’ heeft meegedaan weet wat voor sprookjesachtig effect zo’n tocht in het donker met kleine lichtjes op de boten heeft. Ik hoop dat we net als bij de onvergetelijke lustrumtocht op 4 september weer alle boten uit de kast moeten halen. En reken er maar op dat we jullie dan een open doekje gaan geven!
Op 4 september was het zover: de lustrumtocht en de barbecue. Onder een stralende zon, met wapperende Krom-vlaggen en klapperende banners van een vorig lustrum heette bestuurslid Marike ons allen hartelijk welkom op de lustrumtocht. Vervolgens informeerde lustrumcommissievoorzitter Ed ons over de opzet van de dag.
Verschillende boten lagen al klaar, zowel aan het buitenvlot als aan het vlot in de haven. De rest volgde in rap tempo. Je kreeg alle vrijheid om overal heen te roeien als je de pleisterplaats maar niet oversloeg. Die vrijheid gaf een leuk effect, je zag de andere leden in allerlei situaties, op het water bij het oplopen of als tegenligger en op de pleisterplaats. Sommigen vonden de Dubbele Wiericke al ver genoeg, anderen voeren door tot Bodegraven, sommigen deden bij de haven gekomen er nog een rondje stad achteraan.
De verwachtingen voor de verrassingen op de pleisterplaats waren hoog gespannen. De lustrumcommissie had in publicaties al door laten schemeren dat er een keur van gebak zou komen waar Heel Holland Bakt magertjes bij afsteekt. En dat was nog een understatement, boterkoek, enkelvoudige en gemarmerde cakes, chocoladetaart, kruidkoek, fantasievolle andere taarten, allemaal eigen fabricaat, en in zo grote hoeveelheden dat je ongegeneerd nog een tweede, soms derde stuk pakte. Naast koffie en thee was er ook heerlijk koel water met stukjes mediterraan fruit en frisse kruiden waarmee de door het roeien in warm weer wat ontregelde menselijke waterhuishouding weer op peil gebracht kon worden. Het was er oergezellig, iedereen bleef lekker plakken en kletsen, of meerde na de terugtocht vanaf de Witte Wimpel nog een keertje aan.
Uit onverwachte hoek kregen we nog felicitaties namens de Goudse Roei en Zeil. Jan, Arnold en Gerard gingen wisselen op een private steiger, waarvan de eigenaar al vele jaren bij de Goudse bleek te roeien. Hij hielp bij het aanleggen, bood iets te drinken aan en benadrukte dat onze roeiers de felicitaties met ons lustrum namens Gouda zouden overbrengen, een waar sportverbroederingfeestje.
Na de tocht verschoof de tijd langzaam van boten wassen en opruimen richting barbecue. Vanwege corona werd iedereen vlak voor de eerste worstjes op de barbecue gingen naar buiten gedirigeerd, en kon men weer terug op ons terrein nadat de QR-code gecontroleerd was en de uitnodigingsmail gecheckt was tegen de inschrijflijst. Na controle kreeg je twee consumptiebonnen en het advies om dit aantal zo snel mogelijk met vijf op te hogen in een procedure waarin een (andere) QR-code nu tot een Tikkie leidde. Je kreeg de indruk dat alle lustrumcommissieleden hun koelkast had uitgeleend: er is geen biertje of witte wijntje ongekoeld verkocht.
Zoals bij barbecues gebruikelijk is de doorstroom iets trager dan de vraag, wat een gezellig lange wachtrij opleverde waarin nu eens niemand voordrong, sterker nog, zijn beurt voorbij liet gaan om het geanimeerde gesprek niet af te hoeven breken. Opgestaan is plaatsje vergaan gold hier ook, maar bood juist de gelegenheid om aan een andere tafel aan te schuiven en zoveel mogelijk mensen te ontmoeten.
Toen de worstjes op waren zag niemand daar een reden in om op te breken. We bleven nog lang in de nazit, daarbij aangenaam geholpen door een warm, maar toch langzaam naar de kim neigend zonnetje.
Toen het einde uiteindelijk toch genaderd was gingen de gekleurde lampjes uit en ontdekten we dat het inmiddels echt donker was geworden. Voldaan en tevreden keerden we huiswaarts, én met het vooruitzicht op de Kromme Rijn Games en de lustrumreceptie over twee weken. De plichtbewuste lustrumcommissie had nog wel heel wat op te ruimen, maar heeft dat blijmoedig gedaan.
Dit is dan ook de juiste plek om de lustrumcommissie namens alle deelnemende leden van harte te bedanken. Wat hebben jullie er een werk van gemaakt en wat hebben jullie het perfect georganiseerd. Jullie hebben werkelijk aan alles gedacht en wat een bakkers hebben jullie in je midden. Het was een geweldig feest! Dank, dank, driewerf dank!
Naschrift: De foto’s van mijn camera, waaronder ook een serie die Ebart – met mijn toestemming en dank – maakte van de barbecue, staan hier in een galerie. Enkele zijn ook verwerkt in deze tekst.